Terug
We zijn weer thuis. De laatste week was warm, erg warm. Daarom hebben we op weg naar Parijs nog een kleine omweg gemaakt om langer in de buurt van de relatief koele kust te blijven. Dat was een erg goed idee want in het binnenland werd het tegen de 40 graden. We kwamen terecht in Bretange, onder St Malo in het plaatsje Pléven. Een mooi maar erg rustig gehucht, gelegen tussen golvende akkers midden in de oogsttijd.
De camping Municipal is gelegen in het parkje midden in het dorp met de Mairie als middelpunt en gelijk ook de receptie. Met 23 Euro voor twee(!) nachten de goedkoopste camping deze reis. Gefocust op schaduw en mooi uitzicht kwamen we er wat laat achter dat het elektrisch alleen bereikbaar was door alles wat we aan snoer bij ons hadden aan elkaar te knopen en over het onverharde pad te leggen. Dat ging gelukkig goed.
De laatste echte wandeling deze reis ging nu naar het Château de la Hunaudaye en terug langs het stuwmeertje Arguenon. De opgeknapte ruïne is verrassend mooi en leuk en gericht op school en educatie. De folder met de beschrijving van de tour is zelfs beschikbaar in het Nederlands. Het beklimmen van de vijfde toren hebben we uiteindelijk maar overgeslagen: we zijn allebei niet super fit en de warmte begint ook zijn tol te eisen. De langere terugweg is grotendeels in de schaduw en volgt de beboste oevers van het meer.
We staan vroeg op om voor het echt warm wordt de boel ingepakt te hebben. Richting Parijs wordt het rap warmer en de doorgaande wegen zijn niet overdreven interessant of leuk om te rijden. Het Hotel zit redelijk richting het centrum en na maanden rijden over rustig D en N wegen is het hier ineens wel heel erg druk en chaotisch (en, nog maar een keer: warm) . Het Hotel is goed geregeld: we kunnen meteen de parkeergarage in, de kamer is prima en met airco en s´avonds eten we op een terrasje van een restaurantje in de best wel leuke, geanimeerde buurt.
Pearl Jam. Uiteindelijk wordt het die dag 38 graden en we besluiten daarom pas eind van de middag richting Bois de Boulonge en LollaPalooza te gaan. Pearl Jam speelt pas om half 10 en de overig optredens zijn voor ons bijna allemaal onbekende bands. Het is bijna 6 kilometer lopen en ik heb een route uitgekozen die ik denk dat we redelijk veilig is. Ook als we vannacht terug gaan. Mocht we er op de heenweg geen goed gevoel bij hebben kunnen we altijd nog kijken of we een taxi kunnen regelen al gaat dat best een uitdaging zijn als het hele festival leegloopt. Gelukkig is dat niet nodig.
Als we die kant op lopen blijken we niet de enige te zijn die wat later zijn gegaan… het is druk! maar wel goed georganiseerd dus we kunnen eigenlijk gewoon doorlopen, met tassen controle en fouillering tussendoor. En het geld staat ook echt op de armband (van Hanneke).
Toen we nu kaarten kochten dachten we dat het voor een concert van alleen Pearl Jam was en pas later realiseerden we ons dat het een groot festival was 🙂 Want eigenlijk zijn we helemaal geen festivalgangers (voor mij was Torhout Werchter eind jaren 80 de eerste en laatste). Maar dat maakte de ervaring eigenlijk alleen maar intenser! Het was zo wel echt een geweldige afsluiting van de reis.
Het was naast heet ook heel erg stoffig maar er waren heel veel watertappunten en ook redelijk wat schaduw. Na het hele terrein rondgelopen te hebben (kostte al snel 3 kwartier) hebben we wat gegeten en gedronken en zijn we neergeploft aan de rand van Main stage West waar op dat moment Måneskin optrad. De al eerder gekochte oordopjes was ik vergeten mee te nemen maar de op het terrein gekochte ‘concert-oordopjes ‘ waren eigenlijk veel beter. Wel gedempt maar zonder je iets van de muziek verliest.
Om half tien begon Pearl Jam. Stelletje oude kerels als je dat zo ziet, maar wat een performance en wat heeft Eddy nog steeds een geweldige goede stem. Samen met de invallende schemering, al het stof in de lucht was het een show die op je netvlies (en trommelvlies) blijft hangen en waar je kippenvel van kreeg.
Ondanks dat duizenden mensen tegelijk het terrein verlaten en we de brug over de Seine en masse overspoelen, lopen we 20 minuten later bijna alleen richting het hotel. Daar heeft de airco lekker aangestaan en kost slapen weinig moeite. De volgende dag rijden we om 11 uur de parkeergarage uit op weg naar de laatste camping.
Bellignies. De Camping Municipal hier is onze allerlaatste camping. Uitgezocht met hitte overwegingen: het ligt relatief hoog (voor Ardense begrippen) en er leek op de foto´s veel schaduw. Die is er in de praktijk ook en we staan altijd, dus ook bij oppakken de volgende morgen, in de schaduw. Met 39 graden rijden we, met zon in de rug en airco aan Nederland weer in.
“Why go home?”, zingt Eddy. Goede vraag.
“You arrived at your destination. Can’t join you from here, but life is about the journey anaway!”, zegt de jaren 70 DJ van Waze die ons de hele reis heeft vergezeld.
Onder de streep. We zijn 93 dagen weggeweest. Daarin hebben we 9.500 kilometer afgelegd, zonder tolwegen en de eerste 1,5 maand zelfs zonder snelwegen. De auto heeft over die afstand, ondanks dat hij een vouwwagen en een hele hoop spullen mee moest slepen, gemiddeld heel netjes bijna 1 op 20 gereden. We hebben gemiddeld ongeveer 1,95 Euro betaal per liter. We hebben op 26 campings gestaan die gemiddeld ca 25 Euro per nacht kostte. Opvallend vonden we wel dat elektrisch vaak 20 – 25% van de prijs uitmaakte. We zijn heel de reis niet ziek geweest:-) en merkten gelukkig verrassend/prettig weinig van Corona behalve dat in de winkels/supermarkten in Frankrijk en zeker Spanje en Portugal het personeel en vaak wel 20% van de klanten mondkapjes droegen.
Wel wat tegenvallend is dat we uiteindelijk maar een keer of 10 goed hebben kunnen windsurfen. Vooral het tweede deel van de reis was er geen wind te vinden. Daar staat tegenover dat we wel op allerlei plaatsen hebben geSUPt, een erg leuke driedaagse wingfoil cursus hebben gedaan, een golfsurfles hebben genomen en in Frankrijk op een tweedehands golfsurfboard nog wel 5 keer lekker bezig zijn geweest. Daarnaast hebben we meer dan 20 grote en vaak erg mooie wandelingen gemaakt. Hanneke heeft regelmatig hardgelopen.
We hebben weinig brokken gemaakt: de auto deed het probleemloos, bij de vouwwagen wil één van de uitdraaipootjes niet meer indraaien en wordt nu een spanbandje omhooggehouden tijdens het rijden. Het bagagerek op de vouwwagen heeft het – eigenlijk tegen verwachting – goed gehouden: een stabiliteitsprijs krijgt het niet ook niet met de extra spanbanden die we daarvoor gebruikten, maar het is nog heel. Eén surfzeil is gesneuveld maar dat was ook al oud en tweedehands. Vervangen door een nieuwe tweedehands die eigenlijk veel lekkerder optuigt en zeilt 🙂 Het lastigste probleem dat we hebben gehad was een gebroken zeillat in het meest gebruikte zeil. Daarvoor lukte het niet een vervanging te vinden maar ik kon het gelukkig geïmproviseerd oplossen met een oude zeillat die ik (met vooruitziende blik…) op de dag van vertrek nog als reserve in de vouwwagen had gegooid. O, ja, het koelkastje deed het in Portugal nauwelijks meer omdat de ventilator en koelribben vol zaten met populieren pluis 🙂
Leuke blogs.